zondag, oktober 08, 2006

"THE OLD RIGHT" IN DE LAGE LANDEN ? door Tom POTOMS op Open Orthodoxie, 6 oktober 2006.

Bij het zoeken naar waardevolle gesprekspartners voor de conservatieven loop je al snel op tegen het fenomeen libertarisme. In de Verenigde Staten zijn het conservatisme en het libertarisme bondgenoten. Zou zoiets ook mogelijk zijn in de Lage Landen?

In de Verenigde Staten en in de Angelsaksische wereld in het geheel is het gangbaar dat traditionele conservatieven en paleolibertariërs een alliantie vormen, maar is die ook toepasselijk voor de Lage Landen, kunnen wij conservatieven met traditionele libertariërs een alliantie vormen?

Om te voorkomen dat men allerhande sociologische en politiek-ideologische termen doorheen begint te halen zou ik eens een duidelijke omschrijving willen geven van libertarisme algemeen en paleolibertarisme in het bijzonder.

In Vlaanderen hebben we welgeteld één paleolibertarische politicus, en dat is Jean-Marie Dedecker, hij zal dat wel ontkennen maar als je zijn boek “Rechts voor de Raap” hebt gelezen zul je snel wel kenmerken van dat (paleo-)libertarisme vinden. Dedecker kent echter zijn ideologische afkomst bitter weinig, en zijn potentiële bondgenoten nog minder. Zo schrijft hij in de inleiding van zijn boek: "Conservatief zijn in werkelijkheid diegenen die zich vastklampen aan de macht."

Je begint al te bibberen bij het lezen van deze woorden. Je denkt haast dat Dedecker de filosofische betekenis van denkers als Burke, Weaver, Nisbet, Kirk en Voegelin naar beneden haalt. Maar dan bemerk je dat hij conservatief enkel op de letterlijke betekenis naar beneden haalt: "ze (de conservatieven) gebruiken een vals argument van progressiviteit op politiek, cultureel en intellectueel vlak."

Het is duidelijk dat hij de theorie van Wittgenstein, van de verschillende interpretaties van woorden in verschillende situaties (“woordspelletjes”) staaft, als hij conservatief letterlijk vertaalt als ‘behoudend’ en niet in de filosofisch-politieke zin van het woord - namelijk datgene wat de bovenvermelde denkers en wij aan het verdedigen zijn. Ik kom persoonlijk vaak in contact met libertariërs. Ik merk dan op dat we op veel gebieden in hetzelfde vaarwater zitten. Maar ik merk ook dit: de verschillen tussen conservatieven en libertariërs zijn in ons taalgebied veel groter dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Hoe komt dat toch?

Belangrijke verschillen tussen conservatisme en libertarisme
Waarschijnlijk moeten we de oorzaak zoeken in het feit dat we hier op het West- Europese continent een beetje achterlopen op de filosofische debatten in de Verenigde Staten, waar men duidelijk een hoogstaand intellectueel debat tussen ‘conservatives’ en ‘liberals’ kan voeren. Hier, en zeker in Vlaanderen, is het woord “conservatief” echter een scheldwoord en een zelfvernietigend begrip geworden.

Het is goed om in te gaan op de inhoud van het libertarisme, en de goede en de slechte kanten van haar te belichten, evenals de geschiedenis van de ‘conservative-libertarian alliance’ in de Angelsaksische wereld en het eveneens bestaande verschil tussen paleo- en neolibertariërs.

Libertarisme uitleggen is, net zoals het conservatisme uitleggen, een zeer moeilijke opdracht. Libertarisme is namelijk een zeer breed en abstract begrip dat aan enorm veel misinterpretatie onderhevig is. Een eerste misstap is dat men libertarisme gelijk stelt met de levensfilosofische libertijnse vleugels van denken over het dagelijkse leven, wat helemaal fout is.

Ik zocht voor een goede quote van libertariërs die zichzelf omschreven, en zo vond ik op de site van libertarian.nl een mooie bewoording onder de titel ‘wat is libertarisme’: "Het libertarisme is een politieke filosofie die een maatschappij nastreeft waarin individuele vrijheid centraal staat. In een libertarische maatschappij gaan personen betrekkingen aan op basis van vrijwilligheid. Het initieren van geweld, dwang en fraude is niet toegestaan. Dit betekent dat overheidsingrijpen in de vrije markt en het persoonlijk leven van de burger niet is toegestaan. Het libertarisme volgt deze principes consequent."

Libertariërs bezien het leven dus als een product van iets in het verleden, dat eens je het bezit het volledig van jou is en waar niemand beslag mag opleggen. Omgekeerd mag een individu ook geen beslag leggen op andermans leven (=bezit).

De maatschappij bekijken zij, in de traditie van Rousseau en Locke als een vrijwillig contract tussen individuen, waar in principe geen al te grote, praktisch geen, staatsinterventie mag plaatsvinden, eens het contract niet meer voordelig is voor een van de beide partners, valt het contract weg; ik zou mijn eerste kritiek op dit denken al eens weergeven, en ik citeer hiervoor Andreas Kinneging: “als alles in de maatschappij een puur mutuaal positief contract moet zijn, valt elke relatie binnen de week omver, want een relatie zou dan implimenteren, in de libertarische denkwijze, dat er enkel een wederzijds genot, zonder gebreken mag zijn(seksualiteit), dat is misschien van toepassing in het begin, maar eens die seksuele emoties uitdoven en de relatie geen eenzijdig genot voor beide partners kan opleveren, valt dit contract uiteen(echtscheiding), wat voor een conservatief natuurlijk het wegvallen van een belangrijke, zoniet het belangrijkste fundament van de maatschappij.

Klassiek-liberalisme en libertarisme
Libertariërs worden vaak verward met klassiek-liberalisme, terwijl er toch een aantal fundamentele verschillen zijn, want zoals al gezegd, zijn de libertariërs vaak ultra-individualistisch, terwijl klassiek-liberale denkers meer Burkeaans zijn in hun ‘fabric of society’, ‘the civil society’. Maar ze hebben heel wat gemeenschappelijkheden en over het algemeen kunnen we zeggen dat het libertarisme een doorgetrokken klassiek-liberalisme implementeert, maar om een Vlaams voorbeeld te geven: Boudewijn Bouckaert van de Vlaamse klassiek-liberale denktank Nova Civitas is absoluut niet volledig gelijk te stellen met Jean-Marie Dedecker.

Frank S. Meyer, een bekende ‘fusionist’ (iemand dat een samenwerkende fusie/coalitie tussen conservatieven en libertariërs voorstaat), zocht dan ook naar gemeenschappelijke wortels tussen het traditionele conservatisme en het libertarisme via de gemeenschappelijke klassiek-liberale kern, zo wordt Edmund Burke, de ‘Founding father’ van het conservatisme ook klassiek-liberaal genoemd.
Het grootste probleem met de denkwijze van libertariërs is dat ze toch verlichtingsfundamentalisten zijn, een beetje zoals Paul Cliteur (neoconservatief-neolibertariër). Ze geloven toch in een atomisch-utopische maatschappij en verdedigen een egoïstisch- hedonistische cultuur, zonder respect voor traditionele waarden en fundamenten(het gezin, etc.).

Om een duidelijk verschil tussen conservatieven en libertariërs aan te duiden is het goed te luisteren naar James Kalb, die in Frequently Asked Questions About Conservatism het volgende zegt:

"In het algemeen beklemtonen libertariërs de kleine staat meer dan conservatieven en geloven ze dat de bescherming van eigendomsrechten tegen dwang en fraude het enige legitieme doel van de regering is. Daarom beschouwen ze wettelijke beperkingen op zaken als immigratie, drugsgebruik en prostitutie als onrechtmatige schendingen van persoonlijke vrijheid. Veel (maar zeker niet alle) libertariërs nemen een positie in die kan worden omschreven als economisch rechts (anti-socialistisch) en cultureel links (gekant tegen wat culturele verdrukking wordt genoemd, racisme, seksisme, homofobie etc.) en voegen aan overheidsingrijpen de overleving toe van zaken waarvan cultureel links tegenstander is. In meer abstracte termen kan worden gezegd dat het libertarische perspectief de markt de positie toewijst die conservatieven toewijzen aan de Traditie als de grote accumulator en integrator van de impliciet kennis van een gemeenschap. Sommige schrijvers, zoals F.A. Hayek, proberen de twee perspectieven op dat punt te verzoenen. Daarbij tenderen libertariërs naar een strikt methodologisch individualisme en naar absolute en universeel geldige mensenrechten, terwijl conservatieven zich minder gebonden voelen aan het eerstgenoemde, en rechten begrijpen in samenhang met de vorm die ze in specifieke maatschappijen aannemen."

Men zegt hier wel bijna dat alle libertariërs de traditie verachten, het zou een leugen zijn om dat te beamen, en ik moet dus wel wat nuanceren. Velen plaatsen bijvoorbeeld Friedrich von Hayek bij het libertarisme, hij schreef zelf een pamflet: Why I’m not a conservative. Hierin probeert hij een duidelijke krijtlijn te trekken tussen beide ideologieën. Maar behalve de libertarische insteek heeft ook een Hayek onmiskenbare conservatieve trekken. Hayek was bijvoorbeeld een verdediger van het conservatieve ‘feilbaarheidsbeginsel’, en hij geloofde, net zoals conservatieven, in de traditie van Burke, namelijk dat de mens en vooral, zijn ratio, feilbaar was, en dat daardoor tradities moesten beschermd worden. Ook gebruikte hij dit conservatieve principe om zijn kritiek op het communistische planningssysteem te bestrijden (hij noemde die kritiek het ‘calculatieprobleem’, vanwege de feilbaarheid van het menselijke rationeel denken, kan een gepland systeem door mensen nooit werken, men kan het noodzakelijke niet berekenen cq. calculeren).

Hayek kan dus eerder als een paleolibertariër beschouwd worden dan als een loutere libertariër. Maar wat houdt de term "paleolibertariër" in? En wat is dan het verschil met de andere libertariërs: de neolibertariërs waarvan in Nederland en Vlaanderen zo dikwijls sprake van is?

Paleolibertarisme
Paleolibertariërs zijn ontstaan uit een ruzie in de libertarische beweging rond het onderwerp van de ‘New Deal’-politiek van de Amerikaanse regering rond de jaren ’40 en ’50. Dit onderwerp werd een echte splijtzwam voor ideologieën, zeker op het rechtse spectrum. Verscheidene klassiek- rechtse denkers binnen het conservatisme en het libertarisme namen de ‘New Deal’ scherp onder vuur als een verraad aan de Amerikaanse klassiek-liberale traditie van een kleine overheid. Men zag dit als een soort linkse overname. Andere nieuwe conservatieven (ex-trotskisten en linkse intellectuelen) en nieuwe libertariërs zagen wel iets in die nieuwe politiek van een ‘bigger governement’ en verraden zo hun eigen achterban. Zo krijgen we enig zicht op de wortels van het hedendaagse neoconservatisme en neolibertarisme. Op hetzelfde moment kregen we een soort van alliantie van klassieke denkers binnen de conservatieve en libertarische beweging.

De paleolibertariërs namen een aantal punten van het traditionele conservatisme over, vooral met betrekking tot cultuurkritiek. Een ander gemeenschappelijk punt met het conservatisme was het anti-centralisme in hun staatsopvatting en een sterk gevoel voor decentralisatie. De belangrijkste vertegenwoordigers van de paleolibertariërs zijn of waren Murray Rothbard en Lew Rockwell. Een wat radicalere afsplintering van de paleolibertariërs vinden we terug in de groep anarcho-kapitalisten, waar men vaak professor Hermann- Hoppe toe rekent.

Door de sterke overeenkomsten en het formen van één front tegenover progressieven en liberalen spreekt men in de Verenigde Staten dan ook over deze conservatief-paleolibertarische alliantie als de ‘Old Right’- alliantie – vrij vertaald: klassiek-rechts. Is zo’n conservatief-libertarische alliantie ook hier, in de Lage Landen, mogelijk?

Naar een "Old Right" in de Lage Landen?
Het was dapper van de Edmund Burke Stichting om vanuit de (Nederlandse) toestand van (bijna) tabula rasa te proberen een conservatieve alliantie te implanteren naar Amerikaans model van conservatieven en libertariërs. Dat is niet het succesverhaal geworden waar men waarschijnlijk op gehoopt had. Daarom moeten we ons hier bij Open Orthodoxie de vraag stellen of het wel niet beter is om rustig stapje voor stapje een basis voor een conservatieve beweging te leggen, om daarna verder te gaan.
We moeten geen conservatieve revolutie of nieuwe orde gaan installeren. We moet rustig het (paleo-)conservatisme ingang doen vinden bij de bredere lagen, onze filosofie verspreiden en dan zien wat de verdere uitbreidingsmogelijkheden zijn.

Hier in de Lage Landen zijn de ideologiën nog redelijk elementair; ze zijn nog redelijk pasgeboren en hebben het conservatisme of het libertarisme nog pas (her)ontdekt. Sommigen zijn nog bezig de wijsheid van de 18de en 19de eeuw terug te vinden. De Nederlandse en Vlaamse libertariërs zijn dan ook aan het zoeken waar ze naartoe willen, welke structuur ze willen en op welke persoon ze hun filosofie op willen richten. Velen zoeken dus nog hun richting en zijn aan het zweven in de wazige ruimte tussen het klassiek-liberalisme en het libertarisme.

Maar meer en meer Nederlandse en Vlaamse conservatieven zijn zich aan het oriënteren op het paleoconservatisme. En ondanks onze weinige middelen hebben we als Open Orthodoxie toch een sterk statement kunnen maken.

Maar wie het rechtse (conservatieve en libertarische) landschap in ogenschouw neemt, en de prille fase ziet waarin beide bewegingen zich in de Lage Landen bevinden, moet constateren dat een verregaande samenwerking tussen conservatieven en libertariërs niet voor de hand ligt. En misschien is het beter zo. Want libertariërs zijn vaak soms sterke dromers en zien enkel en alleen, net zoals de verlichting, een los individu en een grote staat En ze willen nogal dromerig die grote staat bestrijden door de maatschappij te individualiseren. En daar verzetten wij, conservatieven, in de traditie van Robert Nisbet en anderen, ons sterk tegen. Wij geloven namelijk in een sterk intermediaire structuur voor de maatschappij, waar gezin en familie de belangrijkste van uitmaken. En zolang de libertariërs in de Lage Landen zich niet meer gaan oriënteren op hun paleolibertarische voorbeelden in de Verenigde Staten is een alliantie tussen conservatieven en libertariërs in ons taalgebied een hopeloze zaak.

Bron: Open Orthodoxie