dinsdag, september 19, 2006

CARL SCHMITT door Tom POTOMS op Open Orthodoxie, 19 september 2006.

Van de conservatieve denkers is Carl Schmitt misschien een van de meest omstreden denker. Velen zullen hem dan ook markeren als wegbereider en ideoloog van het nazisme. Anderen kennen de persoon en zijn werk niet zo goed en anderen hebben nog nooit in hun leven van Carl Schmitt gehoord.

Ik zal in dit stuk eerst de persoon en het leven van Carl Schmitt situeren en beschrijven, daarna zal ik overgaan op een begrip dat hij onderschreef, namelijk de zogenaamde “conservatieve revolutie”. Hierna richt ik me op de fictie en feiten over de verhouding tussen Carl Schmitt en het conservatisme, en in het bijzonder die met het nazisme. Wanneer ik over het laatste wat zeg, zal ik tevens een tussenstop in Italië maken.

Leven en werk Carl Schmitt (1888-1985)

Schmitt werd geboren op 11 juli 1888. De datum van 11 juli heeft voor mij als Vlaming een extra toegevoegde waarde, maar goed. De plaats waar hij werd geboren was het Duitse Plettenberg, in Westfalen. Hij studeerde politieke wetenschappen en rechtsleer in de universiteiten van Berlijn, München en Straatsburg. Hij behaalde zijn diploma aan het toen nog (1915) Duitse Straatsburg.

In 1921 werd hij professor aan de universiteit van Greifswald, waar hij zijn eerste belangrijkste essay: Die Diktatur schreef. In Die Diktatur beschrijft hij de toestand van de toenmalige ‘Weimarrepubliek’ en zijn ideeën hieromtrent. In 1919 was hij al in aanraking gekomen met de chaos en anarchie dat het uiteenvallen van het Duitse keizerrijk na de Eerste Wereldoorlog impliceerde. Toen was hij tijdelijk als staatsambtenaar in München actief, toen juist de communistische staatsgreep in Beieren en München plaatsvond, die uitmondde in de zgn. ‘Rätterrepubliek’. Revolutionaire volksbendes bestormden omliggende kantoren en gebouwen en schoten willekeurig officieren, juristen en ambtenaren neer. Carl Schmitt overleefde het, maar het liet toch een serieuze angst voor verzwakking in orde en ‘rule of law and order’ bij.

Schmitt maakt in het essay begrip van een “legale en wettelijke dictatuur, zoals hij zag bij de dictators in Rome, en verschillend van "de autoritaire dictatuursvorm". Als jurist verdedigde hij maar al te vaak, ook in dit werk, artikel 48 van de nieuwe Weimarrepubliek. In artikel 48 staat namelijk dat de president in tijden van instabiliteit en incohensie in de politieke organen, zelf decreten zonder de legislatieve tak mag goedkeuren en laten uitvoeren.

In 1922 werkte hij aan de universiteit van Bonn als universitair medewerker; hier publiceerde hij een tweede belangrijk essay: Politische Theologie. Wie in dit werk een uitgebreide theologische en filosofische behandeling verwacht, komt verraden uit. Schmnitt geeft namelijk in de eerste plaats vooral een uitgebreide behandeling van de Franse contra-revolutionaire schrijvers, zoals Louis De Bonald, Joseph De maistre en de Spanjaard Donoso Cortés. Een jaar later komt hij met zijn Die geistesgeschichtliche Lage des heutigen Parlamentarismus waarin hij een duidelijk pessimistische instelling t.o.v. de partijpolitieke democratie weergaf. Hij beargumenteerde dat een parlementaire democratie staat of valt met rationeel denken, en dat in realiteit de uitgevoerde democratie vaak wordt bevochten op irrationele elementen, en vaak met onredelijke akkoorden, afgesloten in “rokerige ruimten, met sigaar en pint”.

Vrijheid is in zijn visie enkel en alleen mogelijk via christelijke, in zijn ogen, katholieke wegen en een christelijk-katholieke moraal. Vrijheid kan niet door politici of door democratie verkregen worden, zoals hij zei: "Bei politischer Scheingleichheit muss ein anderes Gebiet, auf welchem die substanziellen ungleichheitensich dann durchsetzen, heute z.B das Ökonomische, die Politik beherrschen."

Speciaal in zijn essay is ook zijn strikte scheiding van de ideeën van het liberalisme(scheiding der machten) en democratie in de zin van een natuurrechterlijke democratie, waar gehoorzaamheid en standen toch bestaan, en nog eens verwijst hij naar het voorbeeld van de Romeinse Republiek, waar een aantal geclassificeerde personen de macht uitvoeren en de andere groepen gehoorzamen, een soort van ‘balances of standing’ (evenwicht der standen).

En weer bleef Schmitt bij verschillende universiteiten de revue passeren, eerst, in 1926, werd hij professor rechtsleer bij de Hochschule für Politik in Berlijn en in 1932 was hij in Cologne aan het lesgeven.

"Het begrip politiek"

In deze stad – Keulen - werd zijn belangrijkste werk “Der Begriff des Politischen”(het begrip politiek) gepubliceerd. In dit werk geeft hij zijn anti-liberale en anti-modernistische opstelling een nog radicalere toon. Hij kan in dit werk zelfs de meest hedendaagse en dus met een sterk liberaal-modernistische overtuiging, doen twijfelen aan de morele basis van de democratische denkbeelden. Schmitt heeft het in dit werk ook niet alleen maar over het liberalisme als vijand, maar de gehele modernistische opvatting. Hij geeft de staat een aantal taken en benoemt deze ‘het politieke’; het is vergelijkbaar met wat de kerken van autoriteit op vlak van religie.

In het boek geeft hij een weergave van hoe hij denkt dat de geschiedenis in zijn werk gaat, onder andere door zijn theorie van de “opeenvolging der tijdperken en kerngebieden”, in de middeleeuwen ligt de nadruk op de theologie (sofisme); de moderne maatschappij is dan overgegaan op de metafysisca en dan, in de 19de en 20ste eeuw, krijgen we een rare combinatie van romantiek-esthetiek en een economisch-technische tendens. Het is in deze laatste overgang dat Schmitt de negatieve kanten van de moderne maatschappij beschouwt:

"Want de weg van het metafysische en morele naar het economische gaat over het esthetische, en via de nog zo sublieme esthetische consumptie en het nog zo esthetische genot loopt de zekerste en gemakkelijkste weg naar de algemene economisering van het geestelijke leven, en naar een mentaliteit die productie en consumptie als de centrale categorieën van het menselijke leven beschouwt."

Een ander argument tegen de moderne maatschappij en de liberale democratie is dat deze twee principes: een politieke democratie en de verlichtingsideologieën helemaal vanuit een andere grondslag werken en functioneren, politiek is in essentie het streven naar collectieve gemene goed, terwijl de verlichting uitgaat van een individuele wil. In zijn gedachtegang kan een liberale geest op een zuivere politiek alleen maar geminimaliseerd worden tot een strijd tussen economische en technische factoren. Uiteindelijk leiden deze discussies volgens hem tot een ‘gepalaver’ en daardoor heeft niemand nog de moed of de wil om op te komen en te sterven voor het ideaal van ‘de politiek’.

Een belangrijk gegeven in het werk van Schmitt is zeker ook zijn verhouding met de denkwijze van Thomas Hobbes, die bekend is geworden vanwege zijn denkwijze van een seculiere staat waarin de staat de vrede en orde absoluut moet controleren. Schmitt en Hobbes staan op dezelfde lijn wat betreft hun idee van ‘de politiek’. En dat is dat het allemaal te maken heeft met de ‘natuurtoestand’ (de ‘status naturalis’). Maar in het erkennen van de politiek als reflectie van de natuurtoestand duikt al een eerste verschil tussen Hobbes en Schmitt op. Hobbes beschouwt de politiek als een noodzakelijk instrument om die natuurtoestand, wat hij beschouwt als een eeuwigdurende strijd tussen individuen, te bestrijden. Bij Schmitt gaat het om een vriend-vijand-distinctie die exclusief verwijst naar kleine gemeenschappen. Bij Hobbes staat een staat voor het bedwingen van dood en strijd omwille van het beschermen van individuen, terwijl bij Schmitt de ware aard van politiek en de essentie van een politiek doel juist is dat mensen er voor willen vechten en strijden. En indien dat niet zo is betekend dat, volgens Schmitt, dat het politieke systeem geen vertrouwen heeft. En als dat gebeurt heeft politiek geen zin meer, want dan gaat men over naar de meest extreme anti-politieke stellingnames.

Het vriend-vijand-principe van Schmitt is het kenmerk van zijn gedachtegoed, zoals hij zei: "en als dus zelfs de eventualiteit van een onderscheiding van vriend en vijand ophoudt te bestaan, dan is er alleen nog politiek-vrije wereldbeschouwing, cultuur, beschaving, economie, moraal, recht, kunst, amusement, enzovoort, maar geen politiek en geen staat meer."

Als we deze woorden lezen lijken ze veel actueler en belangrijker dan dat het toen geschreven en gepubliceerd werd. Het visionaire in zijn denken is voor mij echt fantastisch en spreekt mij het meeste aan zijn werk. Schmitt verafschuwt dus duidelijk een wereld die zich oriënteert op het amusement en die voortdurend geneigd is om elk conflict te neutraliseren. Deze gedachtegang vinden we ook bij Edmund Burke terug, en in grote mate is het werk van Schmitt, zeker zijn interpretatie van genot en pijn, sterk beïnvloedt door de grote visionair en boegbeeld van elke moderne conservatief, namelijk Edmund Burke.

Conservatieve revolutie

Ondertussen groeide de inpopulariteit van het Weimar-regime en groeide de bewegingen op de extremen van de politiek-ideologische as. Een groepje Duitse intellectuelen begon zich meer en meer te radicaliseren en af te zetten tegen het politieke bewind. De filosoof Armin Mohler verzamelde een heterogene coalitie van nationalisten, anti-verlichtingsdenkers, anti-parlementaristen, monarchisten, en meer rechts-liberale tot conservatieve intellectuelen.

Een echt programma hadden de conservatieve revolutionairen niet en in feite was het maar een mooie verzamelnaam voor een grote groep van sterk uiteenlopende karakters en afkomsten en bovenal ideeën. Het belangrijkste wat hun bijeenbracht was hun afkeer voor het Weimarregime, maar waarom of wat er in de plaats gebracht moest worden, waren ze het allemaal niet eens. Sommigen die onder de brede noemer geplaatst werden, zoals Stefan George, waren dichter, anderen, zoals de elitaristisch-nihilistische Ernst Jünger, waren schrijver. En weer anderen waren militairen, filosofen, arbeiders, enzovoort.

Men zegt vaak dat deze conservatieve revolutionaire denkers wegbereiders waren van het nazisme, maar dan komt rechtsstreeks de vraag: wat is nazisme en fascisme? In Italië is het fascisme ontstaan uit een uiteenlopende groep van Italiaanse intellectuelen, arbeiders en militairen die vanwege de economisch slechte toestand een manier zochten om beter te worden; aanvankelijk waren de toplui van het fascisme (o.a. Mussolini zelf) socialistisch, zelfs marxistisch ingesteld, maar uit ongenoegen van de socialistische partij stapten ze eruit en richten ze, onder leiding van Mussolini een nieuwe fascistische partij op. Naast oud-socialisten kwamen er ook conservatieven, liberalen en nationalisten bij, dit werd het begin van het fascisme in Italië.

In Duitsland kan men ook het nazisme als een brede waaier beschouwen, vele toplui uit de NSDAP waren afkomstig uit linkse hoek, of zeer apolitieke hoek, meestal ging het om gefrustreerde mensen die iets wilden doen om hun leven te verbeteren. Economisch gezien waren de nazi’s ook enorm uitgebreid in stellingname; sommigen waren laissez-faire kapitalistisch, anderen corporatistisch ingesteld. Veel conservatieven zagen in de NSDAP een schuilhaven om toch iets te kunnen doen, zo werkten vele monarchisten mee met de nazi’s, terwijl de meeste lieden uit de nazi-top absoluut republikeins waren ingesteld.

Conservatieven werden misleid en verleid door de nazi’s, en sommige prachtige boeken, zoals Het Spinnenweb, van de vroegere conservatieve Oostenrijkse schrijver Joseph Roth geven dit goed weer. Later zouden de meeste conservatieve denkers toch tot inzicht komen, en werden de meesten anti-nazistisch, en werden ze een kern van het Duitse verzet tegen Hitler en de nazi’s, onder andere Carl Friedrich Goerdeler, Poppitz, Von Beck, Olbricht en natuurlijk Stauffenberg werden de vertegenwoordigers en uitvoerders van de anti-nazistische staatsgrepen, vooral bekend is de aanslag op 20 juli 1944.

Carl Schmitt werd ook verleid door de nazi-beweging en werd lid in 1933, toen hij in Berlijn doceerde, en toen de nazi’s aan de macht kwamen. Ook bezag hij aanvankelijk Hitler als zijn gedroomde ‘Romeins-legalistische’ dictator, en zo verdedigde hij ook, in zijn positie van jurist, de houding van Hitler met betrekking tot de interne putsch binnen de nazi-beweging op de ‘nacht der lange messen’(1934). Schmitt begon zich meer en meer te radicaliseren, en stelde zich voor als een harde anti-semitisch denker, later werd hij echter door een publicatie van een SS-blad in een slecht daglicht geplaatst omdat hij een opportunist, en bovenal, een katholiek was; hij verloor zijn publiekelijke functies, maar bleef toch nog professor aan de universiteit van Berlijn.

In 1945, op het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij door Amerikaanse troepen gevangen genomen en weggevoerd naar een interneringskamp, waar hij tot 1946 bleef. Hierna keerde hij terug naar zijn geboortestad Plettenberg. Hij werd later wat vergeten en was zijn positie in de intellectuele top van toen wat kwijt gespeelt, toch bleef hij in de jaren ’50 onderzoek doen en doceren rond internationaal recht, en hij ontving verschillende persoonlijkheden uit de Duitse en buitenlandse intelligentsia. Op 7 april 1985 overleed Carl Schmitt.

Besluit en conclusie

Carl Schmitt staat nog steeds bekend als een van de meest controversiële denkers in de geschiedenis, vooral met betrekking tot zijn verhouding met het nazisme. Voor conservatieven is hij een beetje een vergeten persoonlijkheid, en velen zijn hem totaal vergeten; in zijn denken vinden moderne conservatieven, en ik spreek voor mezelf, veel inspirerende dingen, die ook een Burkeaans tintje hebben, vooral met betrekking tot zijn denkwijze rond pijn en genot.

Anderzijds vind je als conservatief ook heel wat totalitaire trekjes in zijn denken, het feit dat hij, ondanks hij het niet eens is met Hobbes, maar toch door deze denker werd gefascineerd, zegt al genoeg. Zijn theorie van natuurtoestand heeft hij gewoon van Hobbes overgenomen en dan een wat conservatievere cultuurkritiek bij geplaatst, maar toch blijft ook hij draaien in een modernistisch discours en kan hij niet echt raken aan de fundamenten van het modernisme.

Carl Schmitt is niet anti-revolutionair, maar contrarevolutionair, en dat is wel degelijk een verschil, Burkeaanse conservatieven en traditionele conservatieven zijn sowieso tegen een revolutie, omdat dat de maatschappij nooit goed kan doen, vanwege de feilbaarheid van de kennis en ratio van de mens. Contrarevolutionairen slagen er vaak niet in om de basis van revoluties te bestrijden. Ze slagen er niet in om de fundamenten waarop het is gebouwd neer te halen, en reageren nogal machiavellistisch als ze zelf gebruik willen maken van de modernistische uitvoeringen en middelen zoals revoluties, radicale omwentelingen. En daar zijn anti-revolutionairen sterk bevreesd voor. Want een revolutie in de ene of andere zin is, in analogie met Edmund Burke, nooit goed voor een ‘civil society’.

Een conservatieve invulling van traditionele entiteiten vind je ook minder sterk bij Schmitt terug, omdat hij als jurist teveel aandacht heeft over de werking van de staat, en daardoor verloor hij zijn grootste vijand, al conservatief, een beetje uit het oog.

Vele zaken in zijn denken zijn echter zeer goed, maar ik ben geen anti-democraat; ik geloof in een democratie. Ik geloof niet in de onfeilbaarheid van dat systeem, zoals Churchill ook al zei: “It has been said that democracy is the worst form of government except all the others that have been tried.” Ik steun hem volledig in zijn bewoording: democratie is de minst slechte vorm, maar zeker niet de beste en perfecte. Die kan trouwens nooit bestaan. Ook Andreas Kinneging legt in zijn boek Geografie van goed en kwaad het falen en de negatieve kanten van een democratie uit, vooral met betrekking tot het meerderheidsprincipe waar onlangs ook minister Donner duidelijk laat zien waar een ultra-democratisch denken gevaarlijk kan zijn.

Tom Potoms
Bron: Open Orthodoxie

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Ik vraag me af of je Schmitt wel gelezen hebt? Schmitt als vertegenwoordiger van de conservatieve revolutie? Hoeveel biografen hebben dat niet weerlegd? Schmitt's opvatting over pijn en genot? Waar heb je dat gevonden? Die Diktatur gaat helemaal niet over de toestand in Weimar.
"Vrijheid is in zijn visie enkel en alleen mogelijk via christelijke, in zijn ogen, katholieke wegen en een christelijk-katholieke moraal." Waar heb je dat in hemelsnaam gevonden? Toch niet in een oorspronkelijke tekst van Schmitt?
Schmitt verdediger van "natuurrechterlijke democratie"? Hij zou zich omdraaien in zijn graf als hij dat zou lezen. Schmitt antimodernist? Schmitt burkeaan? Schmitt conservatief? Hij zou het allemaal weerleggen. Schmitt zegt letterlijk dat het conservatisme geen optie meer is in de moderne maatschappij! Sorry maar jij schrijft niet over Schmitt, maar waarschijnlijk over je zelf?

12:36 p.m.  

Een reactie posten

<< Home