Sociaaldemocratie: van klassenstrijd, straatterreur tot etnisch conflict door Harry STULEMEYER op Vrijspreker.nl 22 maart 2006.
Ondanks de ineenstorting van de Sovjet-Unie (USSR) in 1991 duurt de klassenstrijd (tegenwoordig ook in de vorm van straatterreur), zoals wij dagelijks in West-Europa ondervinden, onverdroten voort. Zij breidt zich in de loop van de jaren, zelfs nog steeds verder uit, zoals we zullen zien. Omdat het communisme "exit" is, wordt zijn ideologie tegenwoordig onder allerlei andere begrippen, namen en leuzen aan de m/v gebracht: marxisme, socialisme, sociaaldemocratie, poldermodel, solidariteit en wat dies meer zij. Vooral de laatste drie politieke termen doen het nog steeds erg goed.
Omkoping
Dat de verzorgingsstaat het socialistisch troetelkind van het collectivisme is, zal niemand in redelijkheid betwisten.
Men kan rustig stellen, dat de grote gevestigde politieke partijen -in elk geval- sinds de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917, via afgedwongen "overdrachten" in staat gesteld worden steeds nieuwe doelgroepen van kiezers te identificeren en om te kopen om via verkiezingen hun macht uit te breiden en daarna nog meer doelgroepen aan te lokken met partijpolitieke projecten, te financieren met gestolen belastinggeld.
Dit soort "verkiezingen" dient enkel en alleen de huidige zogenaamde "democratische rechtsstaat", waarmee de "verzorgingsstaat", wordt "gelegitimeerd."
Maar zo'n soort verkiezingsstrijd is feitelijk één van de wapens die de klassenstrijd ten dienste staan, waardoor allerlei maatschappelijke processen, die vroeger vanzelf verliepen, worden gepolitiseerd en maatschappelijke groeperingen worden gepolariseerd.
Programcolleges
Een goed voorbeeld van een "succes" van de klassenstrijd (wat politiek correct "maatschappelijke polarisering" heet) is de feitelijke afschaffing van het traditionele "afspiegelingscollege" sinds de Gemeenteraadsverkiezingen van 1970.
Vóór 1970 werden gemeentebesturen (Colleges van B&W) samengesteld op basis van het aantal zetels van de verschillende politieke partijen: het "afspiegelingscollege". Daarbij ging het erom te komen tot een redelijke taakverdeling van traditionele gemeentelijke functies over de verschillende partijen. Dat systeem werd door de invoering van het programcollege feitelijk afgeschaft. Onder leiding van de socialist Max van den Berg kwam in Groningen in 1970 het eerste "programcollege" tot stand. Tegenwoordig kent men de term "afspiegelingscollege" niet eens meer.
Het begrip "programcollege" hangt samen met de klassenstrijd. Het programcollege is gebaseerd op partijprogramma's in plaats van op een redelijke verdeling van gemeentelijke taken. Onder het mom van "de mensen moeten iets te kiezen hebben" worden de meest vanzelfsprekende gemeentelijke taken gepolitiseerd en nog verder uitgebreid met diensten, die veel beter en goedkoper door het particulier bedrijfsleven kunnen worden geleverd, en die via extra gemeentelijke heffingen (belastingen) moeten worden betaald. Ook hier wordt de klassenstrijd in praktijk gebracht en worden overdrachten afgedwongen. Zo is de klassenstrijd doorgedrongen tot gemeentelijk niveau. En zelfs werd de gemeentepolitiek in het algemeen gaandeweg gegijzeld of -al naar gelang- omgekocht door de landelijke politiek. Voor de gemeentepolitiek betekent de vervanging van het afspiegelingscollege door het programcollege dan ook een sprong terug naar de negentiende eeuw, de eeuw van de klassenstrijd.
Gelijkheidsbeginsel
Op het niveau van de landelijke politiek (centraal niveau) hebben we te maken met "regeringscoalities", omdat er anders volgens (grond-)wettelijke regels geen regering kan worden samengesteld, die het "vertrouwen van het parlement geniet".
We zien daar, dat de strijd om de taken en bevoegdheden van de centrale overheid sinds de Franse Revolutie, toen het gelijkheidsbeginsel (egalitarisme) zijn intrede deed, nog steeds aan de gang is.
Straatterreur
Maar door de doelbewust uitgelokte multiculturele problematiek, die zich tegenwoordig manifesteert in moordaanslagen, straatterreur, bedreigingen tegen politici, bedreigingen tegen de vrijheid van meningsuiting, enz.,enz. beginnen de politieke scheidslijnen zich nu steeds duidelijker langs etnische lijnen af te tekenen. De laatste gemeenteraadsverkiezingen hebben bijvoorbeeld aan het licht gebracht, dat de PvdA een belangrijk deel van zijn winst in de grote steden aan bepaalde allochtone groeperingen dankt, omdat zich daar grote kansarme bevolkingsgroepen ontwikkelen, die -daartoe opgeroepen door collectivisten van allerlei pluimage- massaal op de PvdA stemden. Het staat buiten kijf, dat de grote steden in toenemende mate overbevolkt worden door deze groepen migranten en migrantenkinderen, die significant minder kans maken op de arbeidsmarkt en het moeten hebben van "overdrachten": uitkeringen, subsidies en allerlei toeslagen en die alleen ten laste komen van de nationale huishouding zonder enige tegenprestatie. Sterker nog: leden van bepaalde etnische groeperingen maken zich stelselmatig schuldig aan straatterreur, die dan weer op allerlei manieren bestreden wordt door een gemeentelijke of landelijke overheid. Dat blijft dus dweilen met de kraan open.
Balkanisatie
Maar over de winst bij de recente gemeenteraadsverkiezingen beginnen sommige socialisten zich in toenemende mate zorgen te maken. Niet alleen dreigt de PvdA zijn "witte" kiezers te verliezen, maar -terecht- ook de schuld te krijgen van toenemende etnische spanningen binnen de Nederlandse samenleving.
We zullen dan ook zien, dat diezelfde PvdA nu gaat proberen de zelfgecreëerde etnische tegenstellingen weg te masseren om haar verantwoordelijkheid voor etnisch geweld te ontgaan of tenminste zal kunnen wijten aan andere maatschappelijke stromingen. Of dat zal lukken en niet zal leiden tot verdere balkanisatie van dit land zal de toekomst leren.
Einde verzorgingsstaat: dictatuur of vrijheid ?
Hoe dan ook, de doodsstrijd van de verzorgingsstaat maakt gewapende conflicten in Europa op termijn helaas steeds waarschijnlijker. Als het eenmaal zover is, zal -evenals ten tijde van het nationaal socialistische Duitsland- "rechts" de schuld weer in de schoenen geschoven krijgen.
Om dit gevaar af te wenden zou het libertarisme / klassiek-liberalisme veel meer bekendheid onder de bevolking moeten krijgen. Het is de enige echt vreedzame politieke stroming in het hele politieke bedrijf die we kennen.
Bron: Vrijspreker
Omkoping
Dat de verzorgingsstaat het socialistisch troetelkind van het collectivisme is, zal niemand in redelijkheid betwisten.
Men kan rustig stellen, dat de grote gevestigde politieke partijen -in elk geval- sinds de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917, via afgedwongen "overdrachten" in staat gesteld worden steeds nieuwe doelgroepen van kiezers te identificeren en om te kopen om via verkiezingen hun macht uit te breiden en daarna nog meer doelgroepen aan te lokken met partijpolitieke projecten, te financieren met gestolen belastinggeld.
Dit soort "verkiezingen" dient enkel en alleen de huidige zogenaamde "democratische rechtsstaat", waarmee de "verzorgingsstaat", wordt "gelegitimeerd."
Maar zo'n soort verkiezingsstrijd is feitelijk één van de wapens die de klassenstrijd ten dienste staan, waardoor allerlei maatschappelijke processen, die vroeger vanzelf verliepen, worden gepolitiseerd en maatschappelijke groeperingen worden gepolariseerd.
Programcolleges
Een goed voorbeeld van een "succes" van de klassenstrijd (wat politiek correct "maatschappelijke polarisering" heet) is de feitelijke afschaffing van het traditionele "afspiegelingscollege" sinds de Gemeenteraadsverkiezingen van 1970.
Vóór 1970 werden gemeentebesturen (Colleges van B&W) samengesteld op basis van het aantal zetels van de verschillende politieke partijen: het "afspiegelingscollege". Daarbij ging het erom te komen tot een redelijke taakverdeling van traditionele gemeentelijke functies over de verschillende partijen. Dat systeem werd door de invoering van het programcollege feitelijk afgeschaft. Onder leiding van de socialist Max van den Berg kwam in Groningen in 1970 het eerste "programcollege" tot stand. Tegenwoordig kent men de term "afspiegelingscollege" niet eens meer.
Het begrip "programcollege" hangt samen met de klassenstrijd. Het programcollege is gebaseerd op partijprogramma's in plaats van op een redelijke verdeling van gemeentelijke taken. Onder het mom van "de mensen moeten iets te kiezen hebben" worden de meest vanzelfsprekende gemeentelijke taken gepolitiseerd en nog verder uitgebreid met diensten, die veel beter en goedkoper door het particulier bedrijfsleven kunnen worden geleverd, en die via extra gemeentelijke heffingen (belastingen) moeten worden betaald. Ook hier wordt de klassenstrijd in praktijk gebracht en worden overdrachten afgedwongen. Zo is de klassenstrijd doorgedrongen tot gemeentelijk niveau. En zelfs werd de gemeentepolitiek in het algemeen gaandeweg gegijzeld of -al naar gelang- omgekocht door de landelijke politiek. Voor de gemeentepolitiek betekent de vervanging van het afspiegelingscollege door het programcollege dan ook een sprong terug naar de negentiende eeuw, de eeuw van de klassenstrijd.
Gelijkheidsbeginsel
Op het niveau van de landelijke politiek (centraal niveau) hebben we te maken met "regeringscoalities", omdat er anders volgens (grond-)wettelijke regels geen regering kan worden samengesteld, die het "vertrouwen van het parlement geniet".
We zien daar, dat de strijd om de taken en bevoegdheden van de centrale overheid sinds de Franse Revolutie, toen het gelijkheidsbeginsel (egalitarisme) zijn intrede deed, nog steeds aan de gang is.
Straatterreur
Maar door de doelbewust uitgelokte multiculturele problematiek, die zich tegenwoordig manifesteert in moordaanslagen, straatterreur, bedreigingen tegen politici, bedreigingen tegen de vrijheid van meningsuiting, enz.,enz. beginnen de politieke scheidslijnen zich nu steeds duidelijker langs etnische lijnen af te tekenen. De laatste gemeenteraadsverkiezingen hebben bijvoorbeeld aan het licht gebracht, dat de PvdA een belangrijk deel van zijn winst in de grote steden aan bepaalde allochtone groeperingen dankt, omdat zich daar grote kansarme bevolkingsgroepen ontwikkelen, die -daartoe opgeroepen door collectivisten van allerlei pluimage- massaal op de PvdA stemden. Het staat buiten kijf, dat de grote steden in toenemende mate overbevolkt worden door deze groepen migranten en migrantenkinderen, die significant minder kans maken op de arbeidsmarkt en het moeten hebben van "overdrachten": uitkeringen, subsidies en allerlei toeslagen en die alleen ten laste komen van de nationale huishouding zonder enige tegenprestatie. Sterker nog: leden van bepaalde etnische groeperingen maken zich stelselmatig schuldig aan straatterreur, die dan weer op allerlei manieren bestreden wordt door een gemeentelijke of landelijke overheid. Dat blijft dus dweilen met de kraan open.
Balkanisatie
Maar over de winst bij de recente gemeenteraadsverkiezingen beginnen sommige socialisten zich in toenemende mate zorgen te maken. Niet alleen dreigt de PvdA zijn "witte" kiezers te verliezen, maar -terecht- ook de schuld te krijgen van toenemende etnische spanningen binnen de Nederlandse samenleving.
We zullen dan ook zien, dat diezelfde PvdA nu gaat proberen de zelfgecreëerde etnische tegenstellingen weg te masseren om haar verantwoordelijkheid voor etnisch geweld te ontgaan of tenminste zal kunnen wijten aan andere maatschappelijke stromingen. Of dat zal lukken en niet zal leiden tot verdere balkanisatie van dit land zal de toekomst leren.
Einde verzorgingsstaat: dictatuur of vrijheid ?
Hoe dan ook, de doodsstrijd van de verzorgingsstaat maakt gewapende conflicten in Europa op termijn helaas steeds waarschijnlijker. Als het eenmaal zover is, zal -evenals ten tijde van het nationaal socialistische Duitsland- "rechts" de schuld weer in de schoenen geschoven krijgen.
Om dit gevaar af te wenden zou het libertarisme / klassiek-liberalisme veel meer bekendheid onder de bevolking moeten krijgen. Het is de enige echt vreedzame politieke stroming in het hele politieke bedrijf die we kennen.
Bron: Vrijspreker
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home