vrijdag, april 21, 2006

Een Liberale Democratie Is Niet Cultureel Neutraal door Francis FUKUYAMA in NRC Handelsblad, 2 maart 2006

Eerder verschenen op Novopress Nederland, doch ook hier U niet te onthouden.

Europeanen doen veel te achteloos over burgerschap. Herstel oude rituelen weer in ere, creëer een moderne nationale identiteit en dwing die af. Moslimmeisjes moeten dezelfde rechten hebben als christenmeisjes.

De geschiedenis van een idee: Het gat in de theorie

De vaak verwarrende discussie over immigratie in Europa bewijst dat we preciezer en beter moeten definiëren wat het betekent in een liberale en pluralistische maatschappij te leven, wat het betekent tolerant te zijn. We hebben dat heel lang op een verkeerde manier uitgelegd. Het uitgangspunt zou het individu moeten zijn, en niet de groep. Maar een van de grootste problemen in het moderne denken over democratie is hoe je om moet gaan met groepsrechten, in welke mate je daaraan tegemoet moet komen.

Dat is eigenlijk het gevolg van een foutje van de geschiedenis. De theorie van de moderne democratie is gebaseerd op de Verlichting en is geformuleerd in Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Dat waren alledrie etnisch en religieus gezien homogene samenlevingen op het moment dat ze democratieën werden – al laat ik hier de zwarte slaven even buiten beschouwing. Daarom ontbreekt bij de filosofen die de basis hebben gelegd, mensen als Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau, maar ook de Founding Fathers van de Amerikaanse staat, een discussie over rechten van groepen. Als zij spraken over vrijheid, ging het over individuen. Hun rechten moesten beschermd worden tegenover de macht van de staat. In dat beeld was geen plaats voor aparte groepen die binnen de samenleving eigen regels kennen voor het gedrag van individuen. De vraag of vrijheid bedoeld is voor individuen, of ook voor culturele groepen met eigen regels, was niet aan de orde.

Dat is een gat in de moderne politieke theorie. Je kan niet volstaan met: ik erken de mens als individu. Mensen ontlenen hun gevoel van waardigheid aan een bijzondere identiteit. Vooral bij sociale groepen die lang gediscrimineerd zijn, wordt erkenning van hun culturele identiteit een belangrijke politieke eis. Kijk naar vrouwen, of homoseksuelen.

Vraag is hoe je daarmee moet omgaan. In de oude versie van tolerantie was dat zoiets als 'laat duizend bloemen bloeien'. Maar dat betekent niet dat duizend verschillende mensen hun eigen waarden mogen opleggen aan leden van die gemeenschappen. Een liberale democratie is niet cultureel neutraal. Zij is tolerant, pluralistisch, kent het vermogen tot compromis en dialoog, maar moet ook deze culturele waarden durven opleggen.

Sommigen zeggen dan: dat is cultureel imperialisme. Maar dit is simpelweg de morele basis voor onze samenleving. Die kan niet accepteren dat daarmee strijdige regels worden opgelegd op een lager niveau. Daarom kan je bijvoorbeeld geen genitale verminking toestaan, zoals die binnen sommige Afrikaanse culturen bestaat. Je moet mensen beschouwen als een volwaardig lid van de samenleving, en dan is er geen enkel excuus om een moslimmeisje andere rechten te geven dan een christelijk meisje. Dat is een verkeerd soort respect voor bepaalde culturele waarden van de islam. En het idee dat we onze waarden niet zouden kunnen opleggen aan anderen, is gebaseerd op een verkeerd soort politieke correctheid.

Staat moet meer vrágen:

Versterk nationale identiteit

De liberale samenleving kan dus niet volledig tolerant zijn. Er moet een aantal dominante waarden zijn die de mensen die naar die samenleving komen, moeten begrijpen en delen. En dat betekent dat de staat meer moet vragen van de mensen die hier komen. Het betekent ook dat samenlevingen zich bewuster, met meer energie, moeten inspannen om een reeks gedeelde culturele waarden te krijgen.

Je moet op zoek naar een moderne nationale identiteit, die aansluit bij en voortbouwt op de bestaande. Onderwijs is hierbij essentieel. Dat heeft een grote invloed op de vraag welke verhalen je elkaar vertelt. Het is ook een zaak van woorden en symbolen die de staat moet uitdragen, en die ook niet-politieke leiders voortdurend tegenover elkaar moeten bevestigen. Een van de grote problemen is natuurlijk dat een liberale democratie bijna per definitie een zwakke identiteit heeft. Je zegt niet tegen mensen wat hun waarden moeten zijn.

Toch zie je dat, binnen dat kader, de VS in vergelijking met Europa veel meer succes hebben met het scheppen van een nationale identiteit. Die is allereerst politiek, niet cultureel. Je zweert trouw aan de Grondwet, aan de principes van de rechtsstaat. De Amerikaanse identiteit is niet gebonden aan godsdienst of aan een andere eigenschap die niet zelfstandig kan worden gekozen door een immigrant. Dat laatste is essentieel, en daarom kan iedereen Amerikaan worden.

Europa is daar slordig in, zoals met vrijwel alle symbolen en rituelen. Er is een sterke verzorgingsstaat, maar wat me opvalt is het gebrek aan respect voor instituties. Mensen vinden het niet meer de moeite om te trouwen, doen cynisch over georganiseerde godsdienst en gaan niet meer naar de kerk. Sinds de Tweede Wereldoorlog is ook het respect sterk gedaald voor ceremonies van burgerschap waarbij Grondwet en vlag een rol spelen. Het burgerschap wordt bijna achteloos verleend. Hoe moeten mensen het dan belangrijk gaan vinden dat ze lid zijn van een samenleving? Hoe schep je dan een gevoel van betrokkenheid? In de VS is er altijd wel een hoge politicus bij, het staat in de krant, mensen groeten de vlag. Als iemand in de politieke gemeenschap wordt opgenomen, moet dat een officieel moment zijn, een ritueel, anders betekent dat helemaal niets.

Europa lijdt onder de geesten van het verleden. Dat maakt alles verwarrender en onduidelijker. Daarom zal een Duitser soms tegen zijn kinderen zeggen dat ze bij internationale wedstrijden niet te hard moeten roepen voor het Duitse team.

Als Amerikaan kan ik niet zeggen wat de oplossing is. Iedere natie moet kijken naar haar eigen tradities en daar een gedeelde ervaring uit halen. Frankrijk is op de goede weg met het idee van de laicité. Voortbouwend op de traditie van de republikeinse verlichting leert iedereen op school Frans, lezen ze Racine en Voltaire, kennen ze de Franse geschiedenis. Ook iemand uit Martinique krijgt zo het gevoel Fransman te zijn; ook een niet-blanke niet-Europeaan kon op die manier een Fransman worden.

In Duitsland ligt het gecompliceerder. Tot 2000 was er nog een raciaal element om Duitser te zijn: je moest op z'n minst een Duitse moeder hebben. En dat terwijl 10 procent van de inwoners immigrant was. Dat was natuurlijk verkeerd. Je hebt daar de afgelopen jaren een voorzichtige poging gezien, geleid door de christen-democraten, om te praten over het idee Leitkultur. Wat zijn de universele waarden die de Duitsers binden? De christen-democraten werden weggehoond door mensen van links, die zeiden dat dit allemaal racisme en oud Duits nationalisme was. Maar dat hoeft helemaal niet, en daarom hebben de christen-democraten de draad weer opgepakt en praten ze nu over demokratische Leitkultur. We moeten toch definiëren wat de moderne, liberale identiteit moet zijn.

Daarbij moet je oppassen niet weer te vervallen in de politieke correctheid, dat je bepaalde zaken niet kunt zeggen. De aarzeling van de meeste Europese elites om te praten over de problemen rond immigratie heeft extreem-rechts in de kaart gespeeld. En als we nu niet met elkaar gaan praten over de culturele problemen, over het verband tussen immigratie en misdaad bijvoorbeeld, wordt extreem-rechts de grote overwinnaar.

De toekomst is aan de natiestaat:

De Europese droom bestaat niet

De natiestaat zoals die overal in de 19de eeuw vorm heeft gekregen, is voor de meeste mensen nog steeds de belangrijkste bron van emotionele verbondenheid. De natie moet daarom ook het ijkpunt zijn voor een moderne identiteit. Natuurlijk zijn er regio's als Schotland of Baskenland waarmee de inwoners zich sterk identificeren, maar dat zijn uitzonderingen, politieke problemen voor die landen. De Europese landen hebben na de Tweede Wereldoorlog geprobeerd afstand te nemen van nationalistische gevoelens. Maar een Europese droom bestaat niet. Europa heeft geen emotionele lading. De nee-stemmen tegen de Europese Grondwet in Nederland en Frankrijk waren een waarschuwingsschot van het volk dat de natie de belangrijkste focus voor identiteit is. De Duitse filosoof Jürgen Habermas heeft gesuggereerd dat er een postnationale openbare ruimte zou moeten zijn. Aardig idee, maar te abstract. Dat is niet een gedachte waarvoor mensen loyaliteit zullen voelen. Niemand zal zichzelf ooit zien als een Europeaan, maar altijd eerst als een Nederlander of een Amerikaan. Je bent lid van een samenleving waar je trots op bent en die je iets waardevols geeft. Die positieve kant van een nationale identiteit is veel te ver weggestopt in Europa.

De globalisering van de islam:

het probleem is onze achtertuin

Het opnieuw vestigen van een nationale identiteit wordt extra belangrijk als je je realiseert dat het probleem van de radicale islam vooral bestaat in de moderne landen. De opkomst van het islamisme duidt niet op een opleving van traditionele moslimreligiositeit. Het is een modern verschijnsel dat wordt gedreven door de zoektocht van de immigrant naar een identiteit. De Franse islamist Olivier Roy heeft hier al eerder op gewezen. In een traditioneel moslimland is iedere sociale instelling en een groot deel van de politiek verweven met godsdienst en die weer met de specifieke traditie van dat land. Wat je moet doen als moslim is geen zaak van keuze. Maar wanneer moslims naar een samenleving gaan die niet overwegend moslim is, krijgen zij een identiteitsprobleem. Voortdurend moeten zij zich de vraag stellen: wie ben ik, wat moet ik doen? Kijk op islamistische websites. Die staan vol met zulke vragen: wat is toegestaan, wat is halal? Al die vragen heb je niet in een traditioneel islamitische samenleving. Moet je de hand schudden van een christelijke vrouw op mijn school? Die vraag komt eenvoudig niet op, want je maakt het nooit mee.

Het jihadisme en de radicale ideologie van Osama bin Laden is een antwoord op dat zoeken naar identiteit. Bin Laden houdt mensen voor dat ze lid zijn van de universele umma, een grote godsdienstige gemeenschap die landsgrenzen overstijgt. Die ideologie is gezuiverd van lokale elementen, niet langer verbonden aan de tradities van de samenlevingen waar de immigranten oorspronkelijk vandaan komen. Religiositeit is dan geen zaak meer van sociaal conformisme, maar van eigen keuzes, van een innerlijk geloof. Olivier Roy heeft dit de protestantisering van de islam genoemd. Je bepaalt zelf hoe en wat je gelooft. Ik denk dat deze ontwikkeling paradoxaal genoeg wel eens het begin zou kunnen zijn van de secularisatie van de islam. Er wordt vaak gezegd dat er geen equivalent bestaat van Luther binnen de islam. Maar het gebeurt onder onze ogen. Mensen individualiseren hun geloof. Helaas duurde de clash van de reformatie drie- tot vierhonderd honderd jaar in West-Europa en ging die met veel geweld gepaard. We kunnen alleen maar hopen dat een vergelijkbare evolutie binnen de islam binnen een kortere tijdspanne gebeurt, en met minder geweld.

Wat betekent dit? Dat de kern van het probleem van het islamisme en het mogelijke geweld dat daaruit voortkomt niet in het Midden-Oosten ligt, maar in West-Europa. Daar treedt de vervreemding op. Mohamed B., de mannen achter de aanslagen in Londen, Mohammed Atta, de leider van 11 september, ze zijn allemaal geradicaliseerd in West-Europa. Het probleem is niet dat de moderne tijd zijn intrede doet in landen in het Midden-Oosten. Het probleem is dat voor moslims die naar West-Europa gaan, hun identiteit niet langer vanzelfsprekend is. Om te voorkomen dat er waarden de democratische westerse beschaving binnensluipen die daar haaks op staan, moeten de essentiële westerse waarden met meer nadruk worden uitgedragen.

Verzuiling is geen oplossing:

spreek dezelfde taal

Een gemeenschappelijke taal is het begin van een gemeenschappelijk cultuur. In de VS worden er nog steeds sterk voor gepleit om Spaans als tweede taal in te voeren op school. Dat zou een grote vergissing zijn. Mijn grootvader kwam in 1905 vanuit Japan naar de VS. Mijn vader groeide op in Los Angeles en ging naar openbare scholen waar alleen Engels werd gesproken. Later haalde hij een Ph.D aan de universiteit van Chicago en werd hij hoogleaar. Hij heeft steeds gezegd: als ik niet was gedwongen Engels te spreken, was dit allemaal niet gebeurd.

Turks op school in Nederland? Daar ben ik fel tegen. Kijk naar het referendum over tweetalig onderwijs in Californië, zo'n zeven jaar geleden. Van de ene dag op de andere is toen tweetalig onderwijs verboden, en het was een groot succes. Het aantal Hispanic kinderen dat het Engels beheerst, is enorm gestegen. Het is een verkeerd soort respect voor andere culturen om die andere talen in leven te houden.

Ook het denken in zuilen is een vergissing. Het zou onzinnig zijn een islamitische zuil te herstellen als net alle andere zuilen zijn afgebrokkeld. Een zuil werkt niet als een veilige vluchthaven waarin je je langzaam kan ontwikkelen. Het is een getto waarin je gevangen blijft zitten. Je integreert niet in de samenleving. Het is ook een broedplaats voor radicale ideeën. De Britten dachten dat ze met radicale islamisten konden omgaan door hen simpelweg hun ideeën te laten verkondigen vanuit hun moskeeën – 7 juli heeft dat allemaal veranderd.

Stimuleer integratie:

vergroot kans op werk

De problemen met de verzorgingsstaat hebben veel te maken met de problemen rond immigratie. Europeanen zeggen vaak dat ze een beter sociaal model hebben. Maar ze missen de vrije arbeidsmarkt zoals in de VS, die ervoor zorgt dat we geen werkloosheid kennen. Bijna iedere immigrant die wil werken kan een baan vinden, en ze werken heel erg hard. Een van de redenen voor het Europese onvermogen tot echte integratie is dat de verzorgingsstaat zo genereus is, dat veel immigranten die binnenkomen onmiddellijk worden gesteund door de staat. Zo krijgen ze niet de waardigheid die hoort bij werken en het waardevol lid van de samenleving zijn. Kinderen zien dat hun ouders niet werken, dat ze niet echt geïntegreerd zijn en daarom minder worden gewaardeerd in samenleving.

Vertaalt Europa waardigheid op een andere manier, door te zeggen dat je mensen niet tegen een erg laag loon moet laten werken? Dan wil ik een empirische test uitvoeren om te zien wat het beste werkt. Wie van de eerste generatie immigranten voelt zich beter aanvaard in de samenleving? De moslim die hier een uitkering krijgt, of de Hispanic in de VS die voor een laag loon werkt. Ik vermoed de tweede. Die heeft eerder het gevoel dat hij zelf iets waardevols bijdraagt en zo een plaats vindt in de samenleving.

Deze tekst is samengesteld door Marc Leijendekker, op basis van de Nexus-lezing en een interview hierover met Fukuyama. De volledige lezing zal worden gepubliceerd in een komend nummer van het tijdschrift Nexus.

Francis Fukuyama

Filosoof, politicoloog en econoom. Beroemd geworden met zijn boek 'Het einde van de geschiedenis en de laatste mens' (1992). Publiceerde verder 'Trust' (1995) en 'Het bouwen van een staat: de wereldorde in de 21ste eeuw' (2004). Hij gaf afgelopen zondag de Nexus-lezing 'The Future of Democracy. Culture and Immigration'.