maandag, mei 22, 2006

DE KNIEVAL VAN DE MONDRIAAN STICHTING door Marcel BAS op OpenOrthodoxie.nl, 22 mei 2006.

In het kader van de "week tegen het liberalisme" zijn er op Open Orthodoxie verscheidene bijzonder interessante artikelen geplaatst. Hierbij volgt de bijdrage van Marcel Bas.


Zal het neoliberalisme de musea omvormen? De neoliberale honger naar mensenaantallen zorgt voor een hoogst curieuze benadering van het probleem der multicultuur. De neoliberale blindheid voor de aard van de mens gaat veel te veel uit van de maakbaarheid van deze mens.

Stelt u zich eens voor: u krijgt voor lange tijd een gastgezin uit het Midden-Oosten te logeren. Het gezin heeft een andere achtergrond dan u en begrijpt nog niet wat uw achtergrond is. Aangezien het zich in Nederland zal moeten redden; wat doet u dan met uw huis? Gaat u de inrichting van uw huis aanpassen met behulp van waterpijpen, kromzwaarden en Perzische tapijten? Of, sterker nog, zult u een hoop boeken, zoals Het Verdriet van België, Eline Vere, De Gebroeders Karamazov en het Etymologisch Woordenboek van Jan de Vries plus de Bijbel, van uw boekenkast verwijderen en die vervangen door Oosterse boeken als de Koran, de Rubajjat van Omar Chajjam en de Kitab fasl al-maqal van Averroës?

Het lijkt me niet. U laat met alle gepaste trots zien wat schrijvers en wetenschappers als als Hugo Claus, Louis Couperus, Fjodor Dostoyevskij, Jan de Vries, en ook A. den Doolaart, Jan van Aken en Dostoyevskij betekenen voor ons, Nederlandse Europeanen. Ik hoop dat u niet uw Huizer buffet en tafeltje met Staphorster stippeltechniek van uw overloop zult verwijderen; uw Marker borduursel van uw salontafel zult trekken en uw pasgekochte Zwitserse hypermoderne pendule van de schouw zult lichten omdat zij wellicht ‘te blank’ en ‘te Europees’ overkomen. Waarom zou u. Waarom zou u überhaupt zo stigmatiserend ten opzichte van uw cultureel erfgoed gedragen? Bovendien, als het gastgezin niet in deze spullen en n deze achtergrond geïnteresseerd is, dan kan het zich toch altijd weer thuisvoelen in eigen land.

"Europa gedraagt zich te Europees"
Op grotere schaal denken veel Nederlandse kopstukken binnen het culturele leven hier echter heel anders over. Zij vinden de grote Westerse cultuur te blank en ze zijn geneigd zekere elementen van die cultuur in te ruilen om het de nieuwkomers meer naar de zin te maken. In hun ogen is de Nederlandse cultuur een wat lastig obstakel voor de talrijke nieuwkomers. De Mondriaan Stichting, en in haar kielzog een toenemend aantal Nederlandse musea zijn mooie voorbeelden van een dergelijke ‘weg-met-ons-mentaliteit’. Daar hoor je letterlijk de verzuchting opklinken dat de “musea zich moeten aanpassen” aan het feit dat “de Westerse wereld niet meer blank is”, zoals Gitta Luiten op woensdag 17 mei 2006 letterlijk zei (NOS-Journaal 17 mei 2006). Luiten is de voorzitter van de Mondriaan Stichting. Die dag reikte de stichting de eerste Stimuleringsprijs voor Culturele Diversiteit uit.

De stichting stelt zich tot doel Nederlandse musea ertoe aan te moedigen dat zij een cultureel diverse collectie aanschaffen om de allochtoonse bezoeker aan te trekken. Museumbezoek is vooral een autochtoons genot, zo wijzen onderzoeken uit; een miezerige 1% der bezoekers is allochtoon. Er is wel een lichte stijging waar te nemen, maar dat ligt aan een toename van door scholen georganiseerde bezoeken, aldus de Volkskrant. Zestien jaar overheidsbeleid om meer allochtonen te betrekken bij Nederlandse musea heeft nauwelijks iets opgeleverd. Nou en?

De taak van een museum
Als je jezelf dan toch de taak zou opleggen allochtonen cultureel besef bij te brengen en op te voeden, dan zou je hun uiteraard de mooiste kanten van de Nederlandse en Westerse kunst tonen. Een museum kan een cultuur op didactische wijze aan de man brengen. Zo kun je laten zien hoe wij dingen doen, wat onze gebruiken en zeden zijn, welke ontwikkelingen wij hebben doorgemaakt en hoe wij denken. In de musea staan onze stok- en paradepaardjes: dat is waar we voor staan en wat we willen laten zien. Musea zijn de etalages van onze cultuurerfenis. Wie daarin oprecht geïnteresseerd is, bekijke en bewondere deze etalages, en wie hier wil inburgeren dompele zich onder in Nederlands cultuurgoed.

De Mondriaan Stichting redeneert echter anders. Zij gooit meteen de handdoek in de ring en wil de musea “minder blank” maken omdat de samenleving nu eenmaal “minder blank” is en omdat men de allochtonen erbij wil betrekken. Het lijkt erop dat het liberalisme – het dogma van het geleijkheidsdenken en van het gelijk van elk individu – ook hier sterk heeft postgevat. De taak van een museum is niet meer het informeren en verheffen van de nieuwe Nederlanders, of het assimileren van hen in de heersende cultuur. Nee, het gaat erom hun te geven wat ze willen. Dus als men de Nederlandse cultuur niet ziet zitten, dan dienen de musea zich daarnaar te voegen, in plaats van te eisen dat de eventuele alloculturele onwilligen zich naar de heersende cultuur en orde voegen. ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd’ is het vrijblijvende liberaal-culturele adagium van oudsher. Maar ik vraag me ernstig af of het ‘kleuriger’ maken van de museumcollecties ook de bezoekers kleuriger zal maken…

Globalisme in de kunst
De Mondriaan Stichting is het stimuleringsfonds voor beeldende kunst en vormgeving en cultureel erfgoed. Haar doel is de belangstelling voor en vraag naar hedendaagse beeldende kunst en vormgeving en cultureel erfgoed te vergroten. Nu was de Nederlandse cultuur tot voor kort erg divers. Je had diverse lokale cultuuruitingen die van regio tot regio verschilden. Denk maar aan klederdracht, dialecten, de regionale keuken en decoratiekunst zoals de hierboven genoemde Staphorster stippeltechniek. Tegenwoordig moeten we het meer van originele en nooit eerder vertoonde kunstuitingen hebben die een andere diversiteit weergeven, omdat – helaas – de collectieve, historisch gegroeide authenticiteit van kunst- en gebruiksvoorwerpen door het liberalisme en het daaruit voortgesproten individualisme, marktdenken en minachting voor het oude is vernietigd. Gevolg: de ene kunstenaar tracht zich nog eigenzinniger en persoonlijker te uiten dan de ander.

Onder culturele diversiteit verstaat de Mondriaan Stichting een museumaanbod van zaken die bewust niet alleen Westers (dus van Europa en de Verenigde Staten) zijn, maar ook Aziatisch, Afrikaans en Midden-Oosters. Globalistisch, dus (nog een neoliberalistisch speerpunt). Zoals Gitta Luiten verklaarde: we moeten af van het idee dat Europese musea laten zien wat er aan Westerse kunst in traditionele culturele steden als Parijs, Brussel, Madrid en New York wordt voortgebracht, en we moeten laten zien wat er zoal voortgebracht wordt in Istanboel, Shanghai en Marrakech. Een Museum voor Volkenkunde zou daarin kunnen voorzien, lijkt me. Maar dat is natuurlijk niet wat de Mondriaan Stichting bedoelt.

Zwaar gesubsidieerd en cultureel onthecht
De eerste Stimuleringsprijs van de Mondriaan Stichting werd op 17 mei 2006 uitgereikt aan het Van Abbemuseum in Eindhoven. De uitreikingsavond vond plaats in De Rode Hoed in Amsterdam, en de voordrachten werden er in het Engels gehouden (sic). De jury blonk ook uit in een niet bepaald Volendamse samenstelling: ze bestond uit Salah Hassan (directeur Africana Studies and Research Center, Cornell University, New York), Rose Issa (onafhankelijk curator, gespecialiseerd in hedendaagse beeldende kunst en films uit Iran, Midden-Oosten en Noord-Afrika), Abdelkader Benali (schrijver) en Kitty Zijlmans (hoogleraar Geschiedenis en Theorie van de beeldende kunst van de nieuwste tijd, Universiteit Leiden). Het Van Abbemuseum ontving de prijs van 500.000 Euro (inderdaad, een half miljoen!) omdat, aldus de persverklaring van de Stichting/Foundation, het museum met het project Be(com)ing Dutch een divers publiek actief bij het museum betrekt. Centraal staan daarbij thema’s rondom identiteit en culturele diversiteit en de betekenis van kunst en ‘global visual culture’ (wat dat ook moge betekenen). Ook de rol van het museum in de huidige samenleving komt aan de orde. Het museum presenteert zich expliciet als plek voor kritisch onderzoek.

Ah, daar heb je ze weer: de woordjes ‘kritisch’ en ‘culturele diversiteit’. Hoe kan het ook anders, als je in een links-intellectueel gezelschap enkele zinnen eerder het woordje ‘identiteit’ in de mond durfde te nemen. Over het sterk aan inburgering herinnerende project Be(com)ing Dutch zegt de Jury van de Stichting/Foundation:

"The concept of the winning plan is highly adaptable, and can be stretched beyond an elite audience. The project has the potential to become exemplary on an international level."

"The plan is stimulating in its flexibility, adaptability and universal scope. It will profit from the involvement of international intellectuals, which will then provide a starting point for the debate about cultural diversity in the Netherlands. At the same time the jury encourages the collaboration with partners in the Netherlands. This will help disseminate knowledge and thinking about cultural diversity."

"This plan has high aspirations. It is very ambitious, and therefore risky. This is a risk we gladly take. Because the plan offers an inspiring opportunity for the development of the subject of diversity in museums."

Monocultuur is vies, multicultuur is fris
Anti-elitair, multiculturalistisch, universalistisch… Maar het gezelschap zelf is weldegelijk elitair. De jaren zeventig lijken te herleven. Ik betwijfel het of de niet-blanke doelgroep uit de voormalige volkswijken een boodschap had aan deze Engelse avond, met een hoog high-brow-gehalte ("It will profit from the involvement of international intellectuals, which will then provide a starting point for the debate about cultural diversity in the Netherlands"). Als dit, zoals de aanmoedigende woorden zeggen, een opmaat moet zijn voor een intellectueel debat over culturele diversiteit, dan is de actie van de Stichting/Foundation geslaagd. Want in ieder geval heb ik nu in alle bescheidenheid een duit in het zakje gedaan. Maar moest zulk een debat dan aangezwengeld worden met een joekel (een half miljoen Euro’s) van een zwaar gesubsidieerde aanmoediging? Een aanmoediging die slechts tot doel had musea te porren tot culturele diversiteit?

Zouden we niet, eerlijkheidshalve, ook een half miljoen aan belastinggelden kunnen schenken aan het museum dat de minst multiculturele diversiteit heeft laten zien? Pas als je echte vergelijkingen kunt maken, krijg je pas echt een intellectueel debat over de wenselijkheid van een cultureel diverse toestand. Dan kunnen we het aan de bezoeker overlaten of culturele diversiteit in ’s lands musea wenselijk is of dat je er een zaak van zou moeten maken. Het wedstrijdje om de diversiteit doet het voorkomen dat de overige musea achter lopen en monocultureel zouden zijn. Genomineerden die zich ook erg hebben uitgesloofd om in de gunst te komen zijn het Museum de Paviljoens (Almere), Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam), Museum Het Domein (Sittard) en het Centraal Museum (Utrecht).

Culturele objecivitieit
Met haar opzienbarende actie lijkt de Mondriaan Stichting/Foundation ervan uit te gaan dat de huidige multicultuur in West-Europa een statisch of misschien zelfs groeiend gegeven is, dat niet bestreden of zelfs omgebogen mag worden door onderwijzende, constructieve of cultuuronderrichtende actie. Een actie, waarbij het uitgangspunt de Westerse cultuur van het gastland der nieuwkomers zou moeten zijn. Dit onvermogen een weerwoord op de multicultuur te bieden is nu typisch neoliberaal: men laat het gaan (laissez-faire, laissez-aller), men houdt de ethische wenselijkheid der ontwikkelingen in het midden, men probeert het om te zetten in marktwaarde, verkochte toegangskaartjes en omzet, en men bevraagtekent niet de wenselijkheid, het waarachtige, het heil of de terechtheid van een multicultuur. Nee, men constateer enkel dat er een hele massa ongeassimileerde, alloculturele individuen in Europa bestaat en men beantwoordt dit vervolgens slechts door die massa te geven wat ze wil, met de hoop dat de massa je huisje zal betreden.

Het lijkt wel democratie (nóg zo’n liberaal dogma): beleid wordt niet uit landsbelang uitgestippeld, maar uit de behoefte aan een groot electoraat. Geconfronteerd met de liberale geest merkte de grote Russische filosoof Nikolaj Berdyayev al in De Nieuwe Middeleeuwen (1934) op: “Rationalisme, humanisme, formalisme, liberalisme, democratie, dit alles zijn de vormen van het denken en van het leven, gegrondvest op de veronderstelling, dat de waarheid niet gekend is, dat er helemaal geen waarheid bestaat” (en dus, zo zegt Berdyayev, bepaalt de wil van de grote mensenaantallen wat wenselijk of wat het meest aannemelijk is – MB).

Maakbaarheid en kunstbeleving
Al eerder, op 19 april 2006, had het eveneens liberaal denkende VVD-Kamerlid Annette Nijs voorgesteld om musea uit te rusten met picknickruimten (Elsevier, 19 april 2006). Allochtonen picknicken namelijk graag en ook picknickmogelijkheden zouden de musea minder blank kunnen maken. Wat een lumineus idee. Misschien kunnen ze ook frikandellen en friet bij elk trappenhuis van de musea serveren. Binnen een jaar zullen de musea volgestroomd zijn met de zgn. laag opgeleide autochtonen in trainingspak en met coupe soleil. En waarom niet meteen meer psychedelische schilderijen in de museumrestauratie opgehangen om de vele apathisch voor zich uit kijkende honkbalpettendragende hangjongeren uit de grote steden aan te trekken? Succes gegarandeerd. Even meedoen met de massale achtergebleven groepen in de samenleving, en voilà, cultuur is begrijpelijk en toegankelijk gemaakt.

Dit brengt ons bij het laatste bezwaar dat ik tegen het beleid van de Mondriaan Stichting/Foundation heb: de klassieke neoliberale denkfout t.a.v. de honger naar mensenaantallen zorgt niet alleen voor een hoogst curieuze benadering van het probleem der multicultuur; ze leidt ook tot blindheid t.a.v. de aard van mensen en gaat veel te veel uit van de maakbaarheid van de mens. Ook op het gebied van cultuurbeleving. De directeur van het Groninger Museum, Kees van Twist, waagde het op 17 mei 2006 te zeggen dat een aanpassing van de museumcollectie niet de allochtonen naar de musea zal lokken, omdat het doorgaans om laag opgeleide mensen gaat. En of die nu blank of zwart zijn; cultuur vinden zij al generaties lang vrijwel oninteressant. Inderdaad, alloculturele groepen hebben meestal een vrij laag opleidingsniveau met elkaar gemeen. Het zou naïef zijn te veronderstellen dat de gemiddelde in Eindhoven opgegroeide Marokkaan, die op straat is gevormd en die een buurtsupertje wil beginnen, naar het Van Abbemuseum zal gaan omdat er een vaag eendvormige sculptuur van een avantgardistische kunstenaar uit Rabat of uit Ankara te bewonderen is.

De kleine kans dat je laag opgeleide blanken uit achterstandwijken in musea zult aantreffen is evenredig met de kans dat je er laag opgeleide kleurlingen uit achterstandswijken zult aantreffen. Dat heeft niet slechts met blank of gekleurd te maken. Was een familie niet in kunst geïnteresseerd toen ze op de Anatolische hoogvlakte leefde; in de Nederlandse steden zal ze wat dat betreft geen transformatie hebben doorgemaakt. Niet alles is maakbaar.

Kunst en cultuur mogen geen spel van consumenten zijn
Volgens het liberalistisch-optimistische wereldbeeld van een organisatie als de Mondriaan Stichting/Foundation huist er in elk individu een zelfstandig denkend wezen met gevoel voor sublimiteit, cultuur, schoonheid en met honger naar esthetiek. Een ideale consument voor de musea, dus. Die consument moet je voorbereiden voor het afnemen van je product. En als dat individu dat product niet wil, dan kun je het individu bewerken. Dat is een moeilijke opgave. Maar het werkt beter als je het product aanpast of het zelfs inwisselt voor een ander. En je kunt zelfs je identiteit inleveren om de veranderende consument aan je te binden. Zo laat je in het midden tot welke cultuur je behoort, of welke identiteit je wil uitdragen. Je laat, als het ware, cultuur over aan de klant. Je durft geen richting te kiezen omdat je uitgaat van het gelijk van de klant. Zo werkt het in het marktdenken. Kennelijk gaat het ook zo werken in de zoektocht naar een manier om de nieuwkomer bij te brengen wat Westers en wat Nederlands is.

Laten we toch voorkomen dat deze denkrichting doorwerkt in onze Europese cultuurbeleving. Laat de musea wat ze zijn: de prachtige etalages van onze cultuur. Onvervangbare dragers van informatie en menselijk vernuft. Juist wanneer wij geconfronteerd worden met andere culturen binnen de grenzen is het van belang voor je eigen cultuur en identiteit te staan. Die zijn namelijk veel te belangrijk om aan de wetten van het getal over te leveren.

Marcel Bas

Bron: Open Orthodoxie